Reactie John Hupse op Zawod 615

Hoi Gerard,

Dit is een grammofoon met een één fase synchroonmotor. Dit type motor werd veel gebruikt in elektrische klokken, maar is daar ondertussen vervangen door het kwartsuurwerk. Het voordeel van een synchroonmotor is dat deze altijd precies gelijk loopt met de netfrequentie. Je hoeft de snelheid dus niet te regelen, sterker nog, het kan niet eens. Nadeel is dat dit soort motor niet zelfstartend is.

Tijdens de nuldoorgang van de netstroom staan de tandjes van de rotor precies tegenover de holtes van de stator. Wanneer de stroom vervolgens toeneemt trekken de tandjes elkaar aan. Enzovoorts. De snelheid van de rotor is dus 2 tanden per periode, dat is bij 50 Hz dus 2 tanden per 0,02 sec, oftewel 1 tand per 0,01 sec. Een omwenteling duurt 60 : 78 = 0,77 sec, er zijn bij 50 Hz dus 77 tanden nodig voor het correcte toerental.

 

 

John Hupse reageerde ook op mijn vraag over de Duitse Philips in de bruine leren koffer

Hallo Gerard,

Ik ken dit type ook niet, maar weet wel dat het Duits is. Deze toestellen zijn in Duitsland ontworpen en werden daar ook geproduceerd. Bekend is b.v. de Mignon grammofoon in koffer type AG9123D, deze heet in Duitsland de MK30. Dat typenummer SK91 zou dus kunnen kloppen, maar ik kan het helaas niet bevestigen. Het bouwjaar 1959 of 1960 zou heel goed kunnen, je kan ook kijken achterop de luidspreker, vaak staat daar de produktiecode (weeknummer plus laatste 2 cijfers van het jaar). Op jouw grammofoon zit trouwens een ander/ouder model arm dan op het toestel dat pas op Ebay is verkocht.

Jouw website heb ik wel eens bezocht, erg leuk, ook omdat er weinig te vinden is op internet over dit soort grammofoons. Zal een link plaatsen op mijn link pagina. Groetjes, John

 

John Hupse reageerde ook op de Philips AG2140.

Hallo Gerard, Voor 1955 gebruikt Philips een losse adapter om de spindeldiameter aan te passen voor 45 toeren plaatjes, b.v. type AG7001 (zie plaatje). Na 1955 wordt een verende adapter op de draaitafels gemonteerd, er zijn daarvoor 3 ronde gaten in de draaitafel aanwezig waar het ding door steekt. De verende adapter werkt automatisch (en raakt niet zoek). Zo te zien heeft jouw AG2140 een losse adapter, dit betekent dat dit een van de eerste types is uit 1955. Ik ben er trouwens ook achter dat het standaard element op deze grammofoon, zeker bij de vroege uitvoering, niet de AG3016 is die er meestal op zit. Dit is een vervanger voor het oorspronkelijke element, de AG3010. Dit element heeft een "spitse neus", en werd zeker tot in 1957 standaard gemonteerd, je kan dat in de verschillende folders zien. Daarna kwam pas de AG3016. Ik vermoed dat
de AG3010 nog korter meeging dan de AG3016, gewoon omdat je dit type vrijwel nooit ziet. Overigens zijn beide soorten van het "kristal" type, elementen van het "keramische" type heeft Philips ook gemaakt, maar dat was later. De keramische elementen zijn veel ongevoeliger voor vocht en
temperatuur. Groetjes, John

Reacties op de Phlips ag 9128

Hallo Gerard, Is een toestel dat je niet vaak ziet, kennelijk bedoeld voor de "echte" platenliefhebber. Leuke aanwinst! Bouwjaar is 1955-1956, die typische paarse kleur was toen eventjes in de mode. De equalizer dient ervoor om de verschillende plaatsoorten elk zo goed mogelijk af te kunnen spelen. Er zijn 3 standen: - RIAA (Recording Industry Association of America), dit was vanaf begin jaren ''50 de nieuwe norm voor het opnemen/weergeven van alle 33 en 45 toeren platen - New 78, deze stand is bedoeld voor de na-oorlogse Philips 78-toeren platen - Old 78, is bedoeld voor voor-oorlogse 78-toeren platen en sommige Engelse na-oorlogse 78-toeren platen. Ik moet ergens nog wat gegevens hebben over de verschillende 78-toeren karakteristieken, als je er belangstelling voor
hebt zoek ik het wel op. In 1955 waren 33, 45 en 78 toeren platen te koop, een grammofoon moest deze soorten plus de oudere platensoorten goed af kunnen spelen. De verschillende correcties komen er op neer dat hoge en lage tonen opgehaald resp. verzwakt worden. Omdat de karakteristieken van 78-toeren platen per merk verschillen, is bovendien nog de toonregeling met de laag/bass en hoog/treble knoppen aangebracht zodat elk merk 78-toeren plaat tot z'n recht kan komen. In de stand "radio" wordt de equalizer buiten werking gesteld, en kan het signaal dat op het plugje aan de achterkant is aangesloten worden beluisterd. Je kan een radio of tuner, maar b.v. ook een CD speler (alleen mono) hierop aansluiten. Je ziet dat Philips toen al cinch plugjes gebruikte in de betere apparatuur, jammer genoeg werd een paar jaar later overgestapt op een eigen type plug.

volgende

 

 

 

   
© ALLROUNDER